Erasmus+: wat is dat?

Ben je een beginnend Erasmusser en zijn bepaalde termen uit het Erasmusjargon niet altijd even duidelijk voor jou? Of heb je af en toe een opfrissing van die complexe codes nodig? Hier vind je de verklaring van de meest voorkomende Erasmustermen.

ERASMUS+ WOORDENLIJST

Aanvrager Een deelnemende organisatie of informele groep jongeren die een subsidieaanvraag indient. Aanvragers kunnen individueel of namens andere organisaties die bij het project betrokken zijn, financiële steun aanvragen. In het laatste geval wordt de aanvrager gelijkgesteld met de coördinator.
Accreditatie Een procedure ter waarborging dat de organisaties die financiële steun willen krijgen voor een onder het Erasmus+-programma vallende actie zich houden aan een reeks kwaliteitsnormen of vereisten die de Europese Commissie voor die specifieke actie heeft vastgesteld.
Basisvaardigheden Taalvaardigheid, wiskunde, exacte wetenschappen en technologie; deze vaardigheden zijn opgenomen in de sleutelcompetenties.
Begeleider Een begeleider begeleidt deelnemers (lerenden, personeel of jeugdwerkers) aan een mobiliteitsactiviteit om hun veiligheid te waarborgen, ondersteuning en bijstand te bieden en doeltreffend leren tijdens de mobiliteitservaring te vergemakkelijken. Bij individuele activiteiten kan een begeleider kansarme deelnemers of minderjarigen en jongeren met weinig ervaring vergezellen in het buitenland. In het geval van groepsactiviteiten moet gekwalificeerd onderwijzend personeel de groep begeleiden om het leerproces te vergemakkelijken.
Begunstigde Wanneer een project wordt goedgekeurd voor een Erasmus+-subsidie, wordt de organisatie die het project heeft aangevraagd begunstigde door een overeenkomst te ondertekenen met het nationale agentschap of het Uitvoerend Agentschap dat het project heeft geselecteerd. Werd de aanvraag ingediend namens andere deelnemende organisaties, dan kunnen de partners mede-begunstigden van de subsidie worden.
Beroepsontwikkeling Het proces waarbij de beroepsbekwaamheid van deelnemers (lerenden en personeel) wordt versterkt door competenties en deskundigheid te ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te verwerven, die normaal gezien worden geïdentificeerd in een analyse van de ontwikkelingsbehoeften. Beroepsontwikkeling omvat alle soorten leermogelijkheden, van gestructureerde opleidingen en seminars tot informele leermogelijkheden.
Beroepsprofiel Het geheel aan vaardigheden, competenties, kennis en kwalificaties dat doorgaans relevant is voor een specifiek beroep.
Certificaat In het kader van het Erasmus+-programma een document dat wordt afgegeven aan iemand die, voor zover van toepassing, een leeractiviteit heeft voltooid op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken. Dit document bevestigt de deelname aan de activiteit en in voorkomend geval de daarbij behaalde leerresultaten.
Consortium Twee of meer deelnemende organisaties die als team samenwerken met het oog op de voorbereiding, uitvoering en follow-up van een project of een activiteit in projectverband. Een consortium kan nationaal (dat wil zeggen met deelname van organisaties die in hetzelfde land gevestigd zijn) of internationaal (met deelname van organisaties uit verschillende landen) van opzet zijn.
Coördinator/coördinerende organisatie Een deelnemende organisatie die een Erasmus+-subsidie aanvraagt namens een consortium van partnerorganisaties.

De coördinator heeft speciale plichten die zijn vastgesteld in de subsidieovereenkomst.

Deelnemers aan activiteiten van Erasmus+-projecten In het kader van het Erasmus+-programma, de personen die volledig betrokken zijn bij een project en die, in sommige gevallen, een deel van de EU-subsidie ontvangen ter dekking van de kosten voor hun deelname (met name de reis- en verblijfkosten).
Deelnemende organisaties Een organisatie of informele groep jongeren die betrokken is bij een Erasmus+-project, hetzij als aanvrager, hetzij als partner.
Digitale competentie Digitale competentie omvat de vertrouwdheid met, de betrokkenheid bij en het kritische en verantwoorde gebruik van digitale technologieën voor het werk, om te leren en om deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Deze competentie omvat informatie- en datageletterdheid, communicatie en samenwerking, mediageletterdheid, het creëren van digitale inhoud (met inbegrip van programmeren), veiligheid (waaronder digitaal welzijn en competenties in verband met cyberveiligheid), vraagstukken in verband met intellectuele eigendom en probleemoplossend en kritisch denken.
Duurzame vervoermiddelen (groen reizen) Duurzame vervoermiddelen (groen reizen) worden gedefinieerd als reizen met vervoermiddelen met een lagere uitstoot voor het grootste deel van de reis, zoals een bus, trein of carpooling.
ECHE (Erasmus-handvest voor hoger onderwijs) Een door de Europese Commissie toegekende accreditatie die instellingen voor hoger onderwijs uit EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen de mogelijkheid biedt in aanmerking te komen om financiële steun aan te vragen voor en deel te nemen aan onder het Erasmus+-programma vallende leer- en samenwerkingsactiviteiten. Het handvest schetst de fundamentele beginselen waaraan een instelling zich moet houden bij het organiseren en uitvoeren van in kwalitatief opzicht hoogwaardige mobiliteit en samenwerking, Het bepaalt de vereisten waaraan de instelling verklaart te zullen voldoen om de hoge kwaliteit van hun dienstverlening en procedures te waarborgen alsook om betrouwbare en transparante informatie te verstrekken.
ECTS (Europees studiepunten-overdrachtsysteem)

(hoger onderwijs)

Een systeem voor het verzamelen en overdragen van studiepunten, dat op de studenten is afgestemd en gebaseerd is op transparantie van leer- en onderwijsprocessen en van beoordelingsprocedures. Het doel is om planning, levering en evaluatie van studieprogramma’s en studentenmobiliteit te bevorderen via de erkenning van kwalificaties en leerperioden. Een systeem dat dient als hulpmiddel voor het ontwikkelen, beschrijven en aanbieden van studieprogramma’s en het toekennen van hogeronderwijskwalificaties. Het gebruik van het ECTS, in combinatie met op leerresultaten gebaseerde kwalificatiekaders, maakt studieprogramma’s en kwalificaties transparanter en vereenvoudigt de erkenning van kwalificaties.
ESCO – meertalige classificatie van Europese vaardigheden/competenties, kwalificaties en beroepen Een classificatie in 25 Europese talen, die de vaardigheden en competenties, kwalificaties en beroepen met relevantie voor de arbeidsmarkt, de onderwijs- en opleidingssector in de EU identificeert en in categorieën indeelt. In deze classificatie staan beroepsprofielen die het verband aangeven tussen beroepen, vaardigheden, competenties en kwalificaties. Het ESCO is ontwikkeld in een open IT-formaat en kan gratis door iedereen worden gebruikt.
EQAVET (Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding) Een referentie-instrument voor beleidsmakers, gebaseerd op een kwaliteitscyclus in vier stappen (vaststelling van doelen en planning, uitvoering, evaluatie en herziening). Dit referentiekader houdt rekening met de autonomie van de nationale autoriteiten en wordt op vrijwillige basis gebruikt door overheidsinstanties en andere organen die zich bezighouden met kwaliteitsborging.
EQF – Europees kwalificatiekader Een gemeenschappelijk Europees referentie-instrument waarmee de vertaalslag tussen verschillende onderwijs- en opleidingsstelsels en bijbehorende kwalificatieniveaus kan worden gemaakt. Het EQF heeft ten doel de transparantie, vergelijkbaarheid en overdraagbaarheid van kwalificaties in heel Europa te bevorderen, de mobiliteit van werknemers en lerenden te stimuleren en een leven lang leren te vergemakkelijken, zoals bepaald in Aanbeveling 2008/C 111/01 van het Europees Parlement en de Raad.
Europass Het onlineplatform van Europass, een actie in het kader van de Europese vaardighedenagenda, voorziet individuen en organisaties van online instrumenten en informatie over leermogelijkheden, kwalificatiekaders en kwalificaties, begeleiding, informatie over vaardigheden, instrumenten voor zelfbeoordeling en documentatie van vaardigheden en kwalificaties en verbondenheid met mogelijkheden op het gebied van leren en werkgelegenheid. Het Europass-platform biedt ook instrumenten en software om digitaal ondertekende kwalificaties te ondersteunen, zoals werd aangekondigd in het actieplan voor digitaal onderwijs. Het platform is gekoppeld aan nationale gegevensbronnen voor leermogelijkheden
Gemengde (‘blended’) mobiliteit Een combinatie van fysieke mobiliteit en een virtuele component die samenwerking bij een online leeruitwisseling/teamwerk vergemakkelijkt.
Groene vaardigheden Cruciale vaardigheden voor de transitie naar een koolstofarme economie, die algemeen van aard kunnen zijn, zoals duurzame landbouw, bodembescherming, energiegebruik en afvalvermindering, of technischer, zoals kennis over hernieuwbare energie.
Informeel leren Leren dat voortvloeit uit dagelijkse bezigheden en ervaringen en dat niet georganiseerd of gestructureerd is in termen van doelen, tijd of leerondersteuning; het kan vanuit het gezichtspunt van de leerling onbedoeld zijn.
Instrumenten van de Unie voor transpa-rantie en erkenning Instrumenten om belanghebbenden in de hele Unie te helpen om leerresultaten en kwalificaties te begrijpen, op waarde te schatten en indien gepast te erkennen.
Internationaal In verband met het Erasmus+-programma betrekking hebbend op een activiteit waarbij ten minste één EU-lidstaat of met het programma geassocieerd derde land en ten minste één niet met het programma geassocieerd derde land is betrokken.
Job shadowing Een verblijf van korte duur voor opleidingsdoeleinden bij een partnerorganisatie in een ander land, dat erin bestaat het dagelijks werk van praktijkmensen in de ontvangende organisatie te volgen, goede praktijken uit te wisselen, vaardigheden en kennis te verwerven en/of langdurige partnerschappen op te zetten via participatieve observatie.
Kansarm (‘fewer opportunities’) Kansarme personen zijn personen die om economische, sociale, culturele, geografische of gezondheidsredenen, wegens hun migratieachtergrond of om redenen zoals een handicap en onderwijsmoeilijkheden of om andere redenen, waaronder redenen die aanleiding kunnen geven tot discriminatie overeenkomstig artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, ervan worden weerhouden daadwerkelijk toegang te hebben tot de mogelijkheden in het kader van het programma.

Epos hanteert de volgende invulling in Vlaanderen

Leermobiliteit Het zich fysiek naar een ander land dan het land van verblijf begeven om er te studeren, een opleiding te volgen of niet-formeel of informeel te leren.
Leerresultaten Beschrijvingen van hetgeen een lerende weet, begrijpt en kan doen na de voltooiing van een leerproces; leerresultaten worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en competenties.
(een) Leven lang leren Een leven lang leren betekent leren in al zijn vormen, formeel, niet-formeel of informeel, die in alle levensfasen plaatsvinden en die op persoonlijk vlak, voor het leven als burger, cultureel of sociaal gezien of vanuit het oogpunt van de arbeidsmarkt tot betere en geactualiseerde kennis, vaardigheden, competenties en attitudes of tot meer maatschappelijke participatie leiden, inclusief de verlening van begeleiding en advies; het omvat voor- en vroegschoolse educatie, algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs, volwasseneneducatie, jeugdzaken en andere leeromgevingen buiten het formele onderwijs en de formele opleiding, en bevordert doorgaans sectoroverschrijdende (of domeinoverschrijdende) samenwerking en flexibele leertrajecten.
Lidstaten van de Europese Unie, met het programma geassocieerde derde landen,

niet met het programma geassocieerde derde landen

Lidstaten van de EU: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg,  Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slovakije, Spanje, Tsjechië, Zweden

Met het programma geassocieerde derde landen: IJsland, Liechtenstein, Noord-Macedonië, Noorwegen, Servië, Turkije

Niet met het programma geassocieerde derde landen: de landen die niet ten volle deelnemen aan het Erasmus+ programma, maar die als partner of aanvrager bij bepaalde programma-acties betrokken kunnen zijn (zie programmagids onder deel A) voor de volledige lijst.

Kwalificatie Een formeel resultaat van een beoordelings- en valideringsprocedure, die wordt verworven wanneer een bevoegde instantie bepaalt dat de leerresultaten die een individu heeft bereikt, aan bepaalde normen voldoen.
Medefinanciering Het beginsel waarbij de kosten van een door de EU ondersteund project deels voor rekening zijn van de begunstigde, of worden gedekt door andere externe bijdragen dan de EU-subsidie.
Microcredentials Microcredentials zijn erkende bewijsstukken van de leerresultaten die een lerende heeft bereikt na een korte leerervaring, overeenkomstig transparante normen en vereisten en na een beoordeling. Het bewijs is opgenomen in een gecertificeerd document waarop de naam van de houder, de behaalde leerresultaten, de beoordelingsmethode, het toekennend orgaan en, indien van toepassing, het niveau in het kwalificatiekader en de verdiende studiepunten worden vermeld. Microcredentials zijn eigendom van de lerende, deelbaar en meeneembaar en kunnen worden gecombineerd tot bredere credentials of kwalificaties.
Minder ervaren organisatie Een organisatie of een instelling die in de afgelopen zeven jaar niet meer dan tweemaal steun heeft ontvangen in het kader van een bepaalde soort actie ondersteund door dit programma of het voorgaande programma. Deze categorie omvat de categorie “nieuwe aanvrager”.
MOOC Staat voor “Massive Open Online Course”, een cursus die volledig online wordt geleverd, voor iedereen gratis toegankelijk is zonder toegangskwalificaties of andere beperkingen en vaak een groot aantal deelnemers heeft. De cursussen kunnen persoonlijke componenten bevatten, bijvoorbeeld stimulerende lokale deelnemersbijeenkomsten en formele evaluaties, maar maken meestal gebruik van collegiale toetsing, zelfbeoordeling en geautomatiseerde beoordeling. Er zijn veel varianten van MOOC’s, bijvoorbeeld gericht op specifieke sectoren, doelgroepen (bijvoorbeeld gericht op beroepsonderwijs, leerkrachten enzovoort) of onderwijsmethoden. MOOC’s die in het kader van Erasmus+ worden gefinancierd, moeten openstaan voor iedereen en zowel de deelname als een certificaat of een bewijs van deelname moeten gratis zijn voor de deelnemers. De eis van open toegang voor onderwijsmateriaal geldt ook voor MOOC’s en andere volledige cursussen.
Nationaal agentschap Een instantie die belast is met het beheer van de uitvoering van het programma op nationaal niveau in een lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land. In elk land kunnen één of meer nationale agentschappen bestaan.

Epos is het nationaal agentschap in Vlaanderen voor het uitvoeren van de gedecentraliseerde acties van het luik ‘education and training’ onder Erasmus+.

Nationale autoriteit Een autoriteit die op nationaal niveau belast is met de monitoring van en het toezicht op het beheer van het programma in een lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land. In elk land kunnen één of meer nationale autoriteiten bestaan.

In Vlaanderen is het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming belast met die opdracht voor het luik ‘education and training’ onder Erasmus+.

Niet-formeel leren Leren dat buiten het formele onderwijs en de formele opleiding plaatsvindt via geplande activiteiten wat betreft leerdoelen en leertijd, en met een bepaalde vorm van leerondersteuning.
Nieuwe aanvrager Elke organisatie of instelling die in de afgelopen zeven jaar geen steun heeft ontvangen als projectcoördinator (aanvrager) in het kader van een bepaald type actie dat door dit programma of het daaraan voorafgaande programma werd ondersteund.
Nieuwkomer Een organisatie of instelling die niet eerder steun heeft ontvangen als coördinator of partner in het kader van een bepaalde soort actie ondersteund door dit programma of het voorgaande programma.
Oproep (‘call’) tot het indienen van voorstellen Door of namens de Commissie bekendgemaakte uitnodiging om binnen een vastgestelde termijn een voorstel voor een actie in te dienen in overeenstemming met de nagestreefde doelstellingen en met inachtneming van de vereiste voorwaarden. Oproepen tot het indienen van voorstellen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de desbetreffende websites van de Commissie, het nationaal agentschap of het Uitvoerend Agentschap.
Overmacht Een onvoorspelbare en uitzonderlijke situatie of gebeurtenis die plaatsvindt buiten de wil van de deelnemer om en niet te wijten is aan een fout of nalatigheid van de deelnemer.
Partnerorganisatie Een partnerorganisatie is een organisatie die formeel bij het project betrokken is (medebegunstigden), maar die niet de rol van aanvrager vervult.
Partnerschap Een overeenkomst tussen een groep instellingen of organisaties om gezamenlijke activiteiten en projecten uit te voeren.
Project Een samenhangende reeks activiteiten die worden opgezet en georganiseerd om vastgestelde doelstellingen en resultaten te verwezenlijken.
Stage Tijd doorgebracht bij een onderneming of organisatie in een ander land met het doel specifieke competenties te verwerven waar de arbeidsmarkt om vraagt, werkervaring te verkrijgen en meer inzicht te krijgen in de economische en sociale achtergronden van het betrokken land.
Studiebezoek Een reis waarbij de deelnemer een andere organisatie of instelling en haar praktijken en systemen leert kennen en kan bestuderen. Dit bezoek stelt de deelnemer in staat om een leerervaring op te doen op basis van direct contact en observatie van de methoden en praktijken van de gastorganisatie.
Studiemobiliteit

(hoger onderwijs)

 

Een in het buitenland doorgebrachte studieperiode met het doel een volledige graad of certificaat te behalen in een of meer landen van bestemming.
Sleutelcompetenties De fundamentele kennis, vaardigheden en attitudes die elk individu nodig heeft voor zijn zelfontplooiing en ontwikkeling, actief burgerschap, sociale integratie en zijn werk, zoals weergegeven in Aanbeveling 2006/962/EG van de Raad van 22 mei 2018 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren.
Transnationaal Betrekking hebbend op een actie waarbij ten minste twee EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen betrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Transversale (zachte; sociale) vaardigheden Omvatten het vermogen om kritisch te denken, nieuwsgierig en creatief te zijn, initiatief te nemen, problemen op te lossen en samen te werken, efficiënt te communiceren in een multiculturele en interdisciplinaire omgeving, zich aan te passen aan de context, en om te gaan met stress en onzekerheid. Deze vaardigheden maken deel uit van de sleutelcompetenties.
Validering van niet-formeel en informeel leren Een procedure van bevestiging door een erkende instantie dat iemand leerresultaten heeft verworven die beantwoorden aan een toepasselijke norm; zij bestaat uit vier fasen:

1.      identificatie – door middel van een gesprek – van relevante ervaringen van een persoon;

2.      documentatie om de ervaringen van de betrokkene zichtbaar te maken;

3.      een formele beoordeling van deze ervaringen; en

4.      certificatie van de resultaten van de beoordeling, die kan leiden tot een gedeeltelijke of volledige kwalificatie.

Virtueel leren Het verwerven van kennis, vaardigheden en competenties met behulp van middelen uit de informatie- en communicatietechnologie, waardoor deelnemers een zinvolle transnationale of internationale leerervaring kunnen hebben.
Virtuele samenwerking Elke vorm van samenwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie- en communicatietechnologie om alle relevante programma-acties te faciliteren en te ondersteunen.
Volwasseneneducatie Alle vormen van niet-beroepsgerichte educatie van formele, niet-formele of informele aard voor volwassenen (voor permanente beroepsopleiding zie “Beroepsonderwijs en -opleiding”).
Voorbereidend bezoek Bezoeken aan het land van de ontvangende organisatie vóór het begin van de mobiliteitsactiviteiten om die activiteiten voor te bereiden en de hoge kwaliteit ervan te waarborgen. Deze bezoeken zijn bijvoorbeeld bedoeld om administratieve regelingen te vergemakkelijken en vertrouwen en begrip op te bouwen tussen de betrokken organisaties.

 

ERASMUS+ (GEDECENTRALISEERDE) KERNACTIES BIJ EPOS – CALL 2022

CODES BENAMING
KERNACTIE 1 Individuele leermobiliteit
KA120-VET

KA120-SCH

KA120-ADU

Erasmusaccreditatie voor beroepsonderwijs en -opleiding, schoolonderwijs en volwasseneneducatie
Mobiliteit voor lerenden en personeel in volwasseneneducatie
KA121-ADU Geaccrediteerde mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in volwasseneneducatie
KA122-ADU Kortlopende mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in volwasseneneducatie
Mobiliteit voor scholieren en personeel in schoolonderwijs
KA121-SCH Geaccrediteerde mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in schoolonderwijs
KA122-SCH Kortlopende mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in schoolonderwijs
Mobiliteit voor lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding
KA121-VET Geaccrediteerde mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding
KA122-VET Kortlopende mobiliteitsprojecten voor lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding
KA130 Erasmusaccreditatie voor mobiliteitsconsortia in het hoger onderwijs
Mobiliteitsproject voor hogeronderwijsstudenten en -personeel
KA131 Mobiliteitsprojecten tussen EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen (de Europese dimensie) in het hoger onderwijs
KA171 Mobiliteitsprojecten met niet met het programma geassocieerde derde landen (de internationale dimensie) in het hoger onderwijs
KA186 Mobiliteitsprojecten in Sport
KERNACTIE 2 Samenwerking tussen organisaties en instellingen
Partnerschappen voor samenwerking
Kleinschalige partnerschappen
KA210-ADU Kleinschalige partnerschappen in volwasseneneducatie
KA210-SCH Kleinschalige partnerschappen in schoolonderwijs
KA210-VET Kleinschalige partnerschappen in beroepsonderwijs en -opleiding
Samenwerkingspartnerschappen
KA220-ADU Samenwerkingspartnerschappen in volwasseneneducatie
KA220-SCH Samenwerkingspartnerschappen in schoolonderwijs
KA220-VET Samenwerkingspartnerschappen in beroepsonderwijs en -opleiding
KA220-HED Samenwerkingspartnerschappen in hoger onderwijs
KERNACTIE 3 steun voor beleidsontwikkeling en samenwerking (klik hier en surf naar de webpagina)