Buurklassen
De oproep voor Buurklassen 2024 is verstreken. Via onze nieuwsbrief houden we je op de hoogte van de volgende oproep.
Het programma
Het programma Buurklassen van de Vlaamse Overheid financiert klasuitwisselingen tussen een Vlaamse school en een school uit een buurland van België.
Scholen in het basis- en secundair onderwijs van alle niveaus en vormen (inclusief het buitengewoon onderwijs) kunnen deelnemen. Via Buurklassen kan een Vlaamse school een schooljaar lang samenwerken met een school uit één van de buurlanden van België (Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk).
Centraal in de projecten staan klasuitwisselingen, maar dit mogen niet de enige projectactiviteiten zijn. Klasuitwisselingen zijn wel de hoogtepunten van de samenwerking tijdens het project. Scholen kunnen voor deze samenwerking een subsidie aanvragen bij Epos vzw. Louter culturele bezoeken of toeristische uitstappen komen niet in aanmerking voor financiering; de klasuitwisselingen moeten een onderdeel zijn van een onderwijskundig project, dat samen met de partnerschool wordt uitgewerkt.
Projectaanvragen moeten uitgevoerd worden tijdens het schooljaar 2024-2025 (1 september 2024 tot en met 30 juni 2025).
De voorwaarden
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden:
- Het project wordt uitgevoerd door een school (of meerdere scholen die afhangen van hetzelfde schoolbestuur) uit het basisonderwijs (kleuter- en/of lager onderwijs), het secundair onderwijs (alle vormen) of het buitengewoon basis- en/of secundair onderwijs.
- De klasuitwisselingen mogen niet plaatsvinden tijdens de schoolvakanties. Ze zijn gebaseerd op wederkerigheid en beide bezoeken vinden plaats in hetzelfde schooljaar.
Bij het bezoek aan de partnerschool zijn de leerlingen minstens twee opeenvolgende dagen en één nacht ter plaatse. - In principe nemen één of meer volledige klassen deel aan de uitwisseling. Als dat niet haalbaar blijkt (en dit moet gemotiveerd worden in de aanvraag), worden de nodige maatregelen genomen om de thuisblijvende leerlingen en leerkrachten toch actief bij het gemeenschappelijk onderwijsproject te betrekken.
- Het gebruik van ICT voor leerdoelen wordt aanbevolen, in het bijzonder eTwinning.
- De leerlingen worden actief betrokken bij de praktische en inhoudelijke voorbereiding en de evaluatie van de uitwisselingen en van het project als geheel.
- Er gaat voldoende aandacht naar de betrokkenheid van de ouders en de verspreiding van de ervaringen van het project in de school en de scholengemeenschap.
- De leerlingen logeren bij voorkeur in een gastgezin.
- Wanneer de accommodatie aan specifieke eisen moet voldoen (bv. wegens de bijzondere noden van leerlingen) en een verblijf in of nabij de gastschool zelf niet mogelijk is, kan gevraagd worden om de uitwisseling op een andere locatie (in principe ook in het gastland) te laten plaatsvinden. Dit verzoek moet grondig worden beargumenteerd in de aanvraag.
De aanvrager kan een subsidie ontvangen voor:
- één bezoek met de leerlingen aan de partnerschool: hiervoor is een forfaitair bedrag van 100 euro per deelnemer (leerling en leerkracht) voorzien, met een maximaal bedrag van 3.000 euro per project.
- de ontvangst van de buitenlandse partnerschool: hiervoor is een forfaitair bedrag van 40 euro per bezoekende leerling/leerkracht voorzien, met een maximumbedrag van 1.000 euro per project.
- de werkingskosten (communicatie, documentatie, materiaal, projectactiviteiten,…) tijdens de volledige duur van het project. Hiervoor is een forfaitair bedrag van 250 euro voorzien.
- een voorbereidende bezoek: ter voorbereiding van de klasuitwisseling kan één bezoek aan de partnerschool door minimum één leerkracht (of lid van de directie, het bestuur of de oudervereniging van de school) gefinancierd worden voor een forfaitair bedrag van 250 euro.
- kosten voor deelnemers met bijzondere noden: voor sommige deelnemers is de deelnamekost hoger (omwille van fysieke beperkingen bijvoorbeeld); deze kost wordt geraamd en gemotiveerd in de projectaanvraag en gefinancierd op basis van werkelijke en bewezen kosten, met een maximum van 1500 euro.
- De maximale subsidie per project bedraagt 4.500 euro (zonder budget voor bijzondere noden) of 6.000 euro (met budget voor bijzondere noden).
Hoe en wanneer aanvragen?
Voor de aanvraag van de projectsubsidie wordt gebruik gemaakt van dit online formulier. De aanvraag moet uiterlijk op 3 mei 2024 ingediend worden. Slechts één project per school en per schooljaar komt in aanmerking voor financiering.
Selectieprocedure
Laattijdige of onvolledige aanvragen zijn onontvankelijk.
Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, worden de projectvoorstellen beoordeeld op basis van volgende criteria:
- hoe goed is het project uitgewerkt, rekening houdend met de voorwaarden van het programma?
- hoe relevant is het project in functie van de vooropgestelde doelstellingen?
- in welke mate is het project een verbetering ten opzichte van eerdere Buurklassen-projecten van de school (indien van toepassing)?
Op basis van de beoordeling van de aanvragen wordt een rangschikking opgemaakt. Voldoende scorende projectaanvragen worden gefinancierd in volgorde van score, te beginnen met de hoogste, tot het beschikbare budget uitgeput is.
De officiële goed- of afkeuring wordt uiterlijk eind juni aan de aanvragers meegedeeld.
Financieel en administratief beheer
Na de officiële en schriftelijke goedkeuring van de projectaanvraag wordt een voorschot uitbetaald dat overeenkomt met 80% van de toegekende subsidie. Het resterende saldo wordt uitbetaald na het einde van het project, mits het ingediende eindverslag wordt goedgekeurd.
Het eindverslag moet uiterlijk 31 juli 2025 ingediend worden. Indien niet of onvoldoende aan deze verplichting voldaan wordt, wordt het saldo geweigerd en kan het reeds betaalde voorschot teruggevorderd worden.
Ondersteuning en begeleiding
De geselecteerde projecten kunnen rekenen op ondersteuning en begeleiding door o.a. eTwinning (https://www.etwinning.be/ ). Bij de start van de projecten zullen de projecten hierover geïnformeerd worden.