Erasmus, you are amazing and a great partner in an extraordinary affair. The way you inspire enthusiasm and engagement in everyone involved is miraculous. May your future be even more successful, beautiful and rewarding. Happy birthday!

Petra Gillis – Stafmedewerker Epos

Mijn verhaal

Ik studeerde economie aan de (toen nog Rijks-) universiteit Gent, toen we eens polsten bij een prof naar de mogelijkheden van studeren aan een buitenlandse universiteit.  Het Erasmusprogramma was pas opgestart en dat nieuwtje had ons ook bereikt. Ik zat toen in tweede kan of eerste lic, zoals dat toen heette.

“Ik zou daar niet aan beginnen. wie weet, riskeer je dan niet je jaar te verliezen?.”

En daarmee was die deur voor de studenten meteen dicht. Wij waren het type studenten dat nogal van zekerheden hield. Risico’s ja, maar dan risico’s die je deftig kan inschatten. En als een prof zegt, dat je je diploma kan riskeren en dus een jaar verliezen, nee bedankt, daar doen we niet aan mee.

“En als je dat toch wil doen, studeer dan eerst bij ons af.”

Maar wij waren de generatie waarvan een minderheid nog verder studeerde: eens het diploma op zak, gingen we op zoek naar werk.

Om Europa toch een beetje in mijn studies te smokkelen koos ik dan maar voor keuzevak over het ontstaan van de Europese Unie, en een Europees thema voor mijn thesis.

Het was toen allemaal te nieuw, te onbekend, te riskant voor mij. Gelukkig waren er ook andere studenten, zij het dan in andere opleidingen.

 

Navraag bij de UGent leert dat er in het academiejaar 1987-88 geen studentenmobiliteiten waren, noch inkomend, noch uitgaand. De eerste voorzichtige stappen werden gezet in het volgende academiejaar met 28 uitgaande studenten. In mijn laatste jaar (1989-90) waren er al 70 uitgaande en voor de eerste keer ook 29 inkomende studenten. Tien jaar (1998-99) later waren er 482 uitgaande studenten terwijl 313 buitenlandse studenten de weg naar Gent hadden gevonden, en was UGent ook actief in andere Europese projecten zoals Tempus. Uit een presentatie van het diensthoofd Lieve Bracke van de toenmalige DIB – Dienst Internationale Betrekkingen – van de Universiteit Gent naar aanleiding van 10 jaar Erasmus, blijkt dat de universiteit 1.597.142 BEF kreeg in 1988-89 voor die 28 studenten. Tien jaar later was het er 18.142.200 BEF voor de 482 studenten. Het diensthoofd was trots dat er op die 10 jaar 3.480 studenten naar het buitenland waren geweest en in totaal 178.444.241 BEF aan beurzen hadden gekregen. Tevens waren er in diezelfde periode 93 intensieve programma’s en 18 projecten rond curriculumontwikkeling, samen goed voor 173.109.282 BEF. De universiteit had in die eerste 10 jaar 2.006 studenten ontvangen waarvan ruim de helft uit Zuid-Europa.

Naar aanleiding van 10 jaar Erasmus schreef Maija Rask, Fins Minister van Onderwijs op de Europese Onderwijsraad (29/11/1999) het volgende: Mobility implies that young people should be able to adjust to the information society and to new technologies, as well as having a knowledge of languages, good general knowledge, and life-long learning. It also requires adequate budgets and legislation allowing them to move around within the EU without restriction.”

 

Ook de studenten economie geraakten overtuigd en de faculteit is nu één van grootste actieve deelnemers voor het uitsturen en ontvangen van studenten. Het had alleen een beetje tijd nodig.

En ik? Heb ik spijt dat ik toen mijn proffen geloofde? Nee hoor. Ik was toen ook nog te voorzichtig en niet wereldwijs genoeg. Dat heb ik ruim ingehaald toen ik in 1995 startte aan een Brugse hogeschool (toen KHBO, nu Vives Noord) en ik naast docent ook coördinator internationalisering werd. Dat moest wel, wilde ik een voltijdse opdracht. Wat het internationaal deel van die opdracht juist was, heb ik samen met de collega’s en de studenten destijds uitgevist, met vallen en opstaan. Zo heb ik toch mijn internationale Erasmuservaring opgedaan, zij het dan als personeelslid en coördinator van projecten. Toen waren dat vooral mobiliteitsprojecten om de buitenlandse stage van studenten te helpen financieren. Die moesten daarvoor dan wel drie maanden naar een buitenlandse stageplaats. Een buitenlandse stage zagen de studenten wel zitten, maar zo lang? En wat met mijn liefje? En wat met de chiro? Of de scouts? Of mijn hond?

“Geen nood.”, zei ik dan, “Jullie krijgen een ultieme relatietest in drie maanden tijd: ofwel is je liefje de liefde van je leven, en dat is nog zo na je stage, ofwel is het niet de liefde van je leven en eindigt de relatie, maar dan weet je het al na drie maanden. Sommigen doen daar jaren over.” “De chiro en de scouts mogen ook eens weten wat jij allemaal doet, en zullen je met open armen ontvangen, en je mama en papa komen zeker op bezoek, met de hond”.

“En wat zijn drie maanden in een mensenleven. Je zal zien die maanden zijn zo voorbij: je vertrekt met tegenzin naar het buitenland, je zal wat heimwee hebben, maar eens je terug naar huis gaat, zal het mogelijks met nog meer tegenzin zijn.” “Wedden?”

Meestal volgde er dan wat gegiechel, maar studenten, eens terug van stage, bevestigden de stelling regelmatig: wat je allemaal leert over jezelf en over het werk is zo oneindig veel meer dan wanneer je braafjes thuis was gebleven. En door de aanzienlijke Leonardo da Vincibeurzen was het mogelijk om de studenten een flinke financiële steun in de rug te geven, waardoor meteen een belangrijke belemmering om deel te nemen werd weggenomen.

Ondertussen heb ik het geweer weer van schouder veranderd, maar vertoef ik nog steeds op het vertrouwde Erasmusterrein, nu als medewerker van het nationaal agentschap Erasmus+ in Vlaanderen (onderwijs en opleiding), Epos. Opnieuw een andere invalshoek op het onderwijsprogramma Erasmus. Als deelnemer of coördinator van een project sta je aan de wieg van de uitvoering en beleef je het allemaal zelf of van heel dichtbij. Epos daarentegen heeft een scharnierfunctie tussen enthousiaste uitvoerders en (soms te) ijverige Europese regelgevers. En er is nooit voldoende geld om elk kwaliteitsvol project financieel te ondersteunen. En geaudit dat er wordt! Daar kunnen zowel Epos als begunstigden van meespreken. Erasmus daagt je bij wijlen serieus uit zelfs op het irritante af.

Maar af en toe bereiken ons de verhalen over de impact van een project op deelnemers, en wat een verschil zo’n project kan maken, recent nog tijdens een reeks interviews met coördinatoren die werken rond sociale inclusie in hun internationale projecten. En dan weet ik weer waarvoor ik het doe, en neem ik er de regeltjes en ergernissen graag bij.

Erasmus heeft voor mij direct en indirect geresulteerd in niet alleen internationale kennis en opportuniteiten, maar ook internationale vrienden en netwerken. En dat is meteen de kern: zowel professioneel als persoonlijk doet Erasmus je groeien!

Dus bedankt Erasmus, zonder jou had mijn carrière en mijn leven bijlange niet zo boeiend geweest.

 

Dank je wel Petra voor je boeiende verhaal. 

 

Een beetje geschiedenis

1987-1995

Erasmus (1987-1995), het eerste programma werkte met ICP’s of interuniversity cooperation programmes -> studenten- en personeelsmobiliteiten, curriculumontwikkeling, intensieve programma’s, academische erkenning
LINGUA (1990-1994): een apart programma om vaardigheden in een vreemde taal aan te moedigen met een budget van circa 2 miljoen euro.

1995-1999

Socrates I (1995-1999) met een budget van circa 920 miljoen euro, en bedoeld voor hoger onderwijs (Erasmus), schoolonderwijs (Comenius), Lingua (taalvaardigheden), open en afstandsleren, Eurydice (informatieverspreiding) en Arion (uitwisselen van ervaringen).
Leonardo da Vinci (1995-1999) met een budget van 620 miljoen euro bedoeld voor beroepsonderwijs en -opleiding en het stroomlijnen van de eerdere acties in het beroepsonderwijs (COMMETT, Eurotechnet, FORCE, PETRA met als slogan ‘Petra is geen meisje’, en LINGUA)

2000-2006 ‘Towards a Europe of knowledge’

Socrates II (2000-2006) met een budget van ca. 1.850 miljoen euro, bedoeld voor schoolonderwijs (Comenius), hoger onderwijs (Erasmus), volwassenenonderwijs (Grundtvig), taalonderwijs (Lingua), open- en afstandonderwijs (Minerva)
Leonardo da Vinci (2000-2006) met een budget van 1.150 miljoen euro.
Jeugd (2000-2006) met een budget van 520 miljoen euro.

2007-2013 Lifelong Learning Programme met een totaal budget van 6.970 miljard euro

Comenius voor schoolorganisaties (13% van het budget)
Erasmus voor instellingen hoger onderwijs (40% van het budget)
Leonardo da Vinci voor beroepsonderwijs en -vorming, ook in het hoger onderwijs (25% van het budget)
Grundtvig voor volwasseneneducatie (4% van het budget)
Transversale programma: beleidsvoorbereiding en innovatie in onderwijs en opleiding, talenonderwijs, ontwikkeling van digitale inhoud en diensten (Euroguidance, Ploteus), verspreiden van de programmaresultaten
Jean Monnet programma om de Europese integratie te bevorderen