Interview met Jan Ceulemans

Wie is Jan

Jan is begin jaren negentig zijn loopbaan in het onderwijs begonnen met een aantal interimopdrachten, onder andere in wat nu Thomas More Mechelen is. Hij heeft ook les gegeven aan Franstalige klanten van een IT-bedrijf en op de communicatie-afdeling gewerkt van een grote KMO die opticiens en oogartsen in de Benelux van het nodige materiaal voorzag. Door met succes deel te nemen aan een algemeen wervingsexamen van het Vast Wervingssecretariaat in 1992 “ben ik op het ministerie beland,” zegt Jan. “Ik wilde eigenlijk naar het ministerie van buitenlandse zaken gaan, maar er waren toen geen vacatures. Zo ben ik in 1992 gestart op het departement onderwijs bij het toenmalig bestuur Begeleiding, Navorming en Uitwisseling, onder leiding van de directeur Annemie Dewael. Ik heb toen als stage doende ambtenaar een eindwerk (soort minithesis) gemaakt over de Europese dimensie in het secundair onderwijs in Vlaanderen.”

Jan heeft tot 2002 op het departement onderwijs gewerkt, steeds rond bilaterale, multilaterale (Unesco) en Europese samenwerking in onderwijs. Jan bleef werken rond internationalisering maar dan in het kader van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking waar voor hem de focus lag op Zuid-Afrika en Mozambique. In Mozambique lag de focus vooral op gezondheidszorg (strijd tegen hiv/aids). “Samen met Apopo vzw (www.apopo.org) hebben we de Mozambikaanse overheid ook geholpen bij de volledige ontmijning van het land. ”In 2009 ben ik op vraag van Annemie bij Epos komen werken. Aanvankelijk als algemeen coördinator, nadien als coördinator voor het hoger onderwijs. Nu ben ik opnieuw het aanspreekpunt voor de scholen. De cirkel is rond, zou je kunnen zeggen.”

Verwachtingen

“Er waren twee redenen waarom ik naar Bologna wilde gaan,” verduidelijkt Jan. “Ten eerste ging het om een TCA dat gekoppeld was aan de viering van de 20ste verjaardag van de Bolognaverklaring. Het bevorderen van de mobiliteit van studenten, docenten en onderzoekers is één van de pijlers van het Bolognaproces. Aangezien ik me gedurende 10 jaar bezig heb gehouden met dit onderwerp, wilde ik graag bij deze viering aanwezig zijn. En ten tweede worden TCA’s in hoger onderwijs niet zo vaak georganiseerd, en al zeker niet voor strategische partnerschappen. Het thema van het TCA was sociale inclusie en maatschappelijke betrokkenheid. Twee domeinen waar Vlaanderen iets te bieden had. Ook de sociale dimensie in hoger onderwijs is sinds de start van het Bolognaproces een aandachtspunt”

De TCA

Deze TCA ging door in de universiteit van Bologna (Alma Mater Studiorum), de oudste nog functionerende universiteit in de wereld. Umberto Eco19 en Romani Prodi20 zijn hier nog professor geweest. “Hier binnenlopen voelt aan als een ontmoeting met de geschiedenis,” mijmert Jan. “De 56 deelnemers aan de TCA werden opgedeeld in drie werkgroepen, en ik nam deel aan de werkgroep ‘Fostering collaboration between HEIs and third sector organisations (community partners and social enterprises) for the benefit of both students and community.’

Hier heeft Catherine Morel van de Vrije Universiteit Brussel het project ENtRANCE (https://community. wtnschp.be/project/entrance/) voorgesteld. Dit project heeft tot doel om de sociale verantwoordelijkheid van studenten en docenten te verhogen via maatschappelijk gebaseerd onderzoek in samenwerking met 19 Schrijver van o.a. ‘De naam van de roos’ en ‘De slinger van Foucault’ 20 Oud-premier van Italië, oud-voorzitter en oud-commissaris van de Europese Commissie 84 85 non-profitorganisaties.

” In de werkgroep ‘The role of higher education in promoting inclusion of disadvantaged categories and reducing inequality’ heeft Aleidis Devillé van de Thomas More Hogeschool Kempen hun project Inclusive Campus Life (https://www.iclife. eu/) voorgesteld. Vlaamse instellingen hoger onderwijs waren dus goed vertegenwoordigd met twee voorbeeldprojecten.” Tijdens de workshop was een graphic designer aan het werk die alles visueel heeft samengevat. De deelnemers waren voornamelijk projectcoördinatoren van KA203-projecten die aansloten bij het thema van de TCA, en medewerkers van nationale agentschappen. Er waren in mindere mate ook beleidsmedewerkers aanwezig, die na de viering rond de Bologna-verklaring gebleven zijn voor dit seminarie. Nagenoeg alle sprekers en sessies kwamen tot het besluit dat een one size fits all-aanpak niet werkt voor maatschappelijke dienstverlening. En meer specifiek voor het hoger onderwijs laat maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten en hogescholen zich moeilijk meten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het aantal afgeleverde diploma’s of doctoraten. Voeg daar nog aan toe dat de tools van het eens bejubelde New Public Management’21 hun limieten hebben bereikt en het tijd is voor een andere aanpak die rekening houdt met de digitale revolutie op het vlak van informatie en communicatie. “Zo’n TCA is ook de ideale gelegenheid om te netwerken. Deelnemers kunnen kennis maken met projectverantwoordelijken uit andere Europese landen en voor de (toekomstige) projectverantwoordelijken is het de uitgelezen kans om partners te vinden met het oog op toekomstige projecten.” Jan vond de TCA zeker geslaagd en was tevreden over zijn deelname.

De TCA was goed georganiseerd en inhoudelijk was het interessant. “Een citaat van een deelnemer is me bijgebleven,” zegt hij, “en het zegt heel veel met weinig woorden”:

‘No numbers without stories, no stories without numbers’.