Bestuursorganen van de vzw

Epos is een samenwerkingsverband tussen het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming, de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en het Vlaamse Departement Werk en Sociale Economie.

Het bestuursorgaan en de algemene vergadering van de vzw bestaan uit vertegenwoordigers van de stichtende leden van het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming, VDAB en het Vlaamse Departement Werk en Sociale Economie.

De algemene vergadering bestaat naast de vertegenwoordigers van de leden uit het bestuursorgaan ook uit adviserende leden vanuit het Vlaamse agentschap voor jeugd JINT, Socius, en het agentschap voor hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, kwalificaties en studietoelagen (AHOVOKS).

In het kader van Erasmus+ oefent de Nationale Autoriteit een controlefunctie uit op de activiteiten die zich afspelen binnen het nationaal agentschap in Epos en rapporteert zij aan de Europese Commissie. De Nationale Autoriteit is waarnemend lid in het bestuursorgaan en de algemene vergadering.

Het dagelijks bestuur van de vzw is in handen van de directeur.

De werking van Epos wordt gefinancierd door de Europese Commissie en de leden van de vzw.

Sport

In de loop van 2022 heeft de Europese Commissie aangekondigd dat het Europese luik sport zal deelnemen aan kernactie 1 (individuele leermobiliteiten) onder Erasmus+ vanaf de oproep 2023, zij het beperkt tot mobiliteiten door personeel.

Om dat organisatorisch te kunnen realiseren in Vlaanderen is heel wat voorbereidend werk nodig geweest in 2022. Uiteindelijk is Epos aangesteld als nationaal agentschap voor sport met Sport Vlaanderen als de Nationale Autoriteit.

Dat betekent dat Epos vanaf 2023 de Erasmus+-oproep voor sport zal lanceren samen met de oproep voor onderwijs en opleiding. Voor het domein sport zullen publieke en private sportorganisaties een aanvraag kunnen indienen, mits zij actief zijn op het gebied van breedtesport (organisaties zonder winstoogmerk, lokale overheids­instanties, sportclubs). Concreet zullen zowel professionals als vrijwilligers in aanmerking komen, bijvoorbeeld trainers, begeleiders, bestuurders, managers, medewerkers van sport- en vrijetijdsdiensten.

De werkingsmiddelen van de vzw in 2022

Om alle activiteiten georganiseerd te krijgen beschikt Epos vzw over werkingsmiddelen. De bron van die middelen is deels Vlaams en deels Europees.

Het nationaal agentschap

Onder het nationaal agentschap wordt hier verstaan het beheer van de Europese gedecentraliseerde Erasmus+-activiteiten in het kader van KA1, KA2 en KA3 binnen onderwijs en opleiding.

De medewerkers van het nationaal agentschap worden ook ingezet voor het beheer van de Vlaamse subsidieprojecten Buurklassen, Erasmus Belgica en Intercommunautaire stages.

De uitgaven

De werkingsmiddelen bestaan uit enerzijds de terugbetaling van personeelskosten en anderzijds de organisatiekosten, zoals kleine en grote evenementen, promotie, erelonen, software, experten voor de beoordeling van aanvragen en eindverslagen, reiskosten, financiering van transnationale activiteiten (zie ETNA verder in dit document) waaraan derden kunnen deelnemen (verkennende bezoeken, thematische acties en contactseminaries), enz.

De uitgaven van het nationaal agentschap voor 2022 bedragen 2.422.994,38 euro. Circa 70% daarvan wordt gebruikt voor de financiering van personeel dat ingezet wordt voor het nationaal agentschap, de resterende 30% gaat naar organisatiekosten, de ETNA-activiteiten en de financiering van negatieve intresten.

De inkomsten

Voor het nationaal agentschap binnen de vzw ontvangt Epos jaarlijks de zogenaamde ‘contribution to the management cost’ en een Erasmus+ KA3-budget, wat Europese middelen zijn.

Daarnaast dragen het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming, VDAB en het Vlaamse departement Werk en Sociale Economie bij om de werking gefinancierd te krijgen en beschikt Epos over een reserve­budget opgebouwd met overschotten van de voorgaande jaren.

In 2022 wordt 71% van alle werkingskosten gefinancierd via die Europese bijdrage en 23% door het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming. VDAB en het Vlaamse departement Werk en Sociale Economie nemen respectievelijk 4,5% en 1,5% voor hun rekening.

De Vlaamse partners van Epos dragen vooral bij aan de organisatie­kosten (55%) en door  23% zelf te financieren van personeel dat aan Epos ter beschikking wordt gesteld.

Het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming draagt ook nog aanzienlijk bij voor de organisatiekosten, onder andere voor het beheer van de Vlaamse projecten, en stelt de eigen infrastructuur ter beschikking zoals bureau- en vergaderruimte, IT, enz.

EPALE

In 2022 is het EPALE-contract met de Europese Commissie, dat een duurtijd heeft gehad van 39 maanden (1 januari 2019 tot 31 maart 2022) geëindigd.

Het beschikbare budget voor dit contract bedroeg 409.720 euro, waarvan 383.488 euro is gerealiseerd. Dit is een opnamegraad van 94%, waarvan de Europese Commissie 62% financiert. De overige 38% wordt voornamelijk gefinancierd via Ministeriële Besluiten met het Departement Onderwijs en Vorming.

Van de totale kostprijs gaat 85% naar de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- verblijfskosten, kosten voor ambassadeurs, software, promo, enz.

Ondertussen is een nieuw EPALE-contract afgesloten met de Europese Commissie voor een duurtijd van 33 maanden, van 1 april 2022 tot en met 31 december 2024. Hierdoor is er voor 2022 enkel een tussentijdse stand van zaken mogelijk.

Het beschikbaar budget voor dit contract bedraagt 328.097 euro of ca. 119.308 euro per jaar. De Europese Commissie financiert 65%, het resterend budget wordt gefinancierd door twee Ministeriële Besluiten via het departement Onderwijs en Vorming.

Van het beschikbaar budget is 60% voorzien voor de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- en verblijfskosten, kosten voor ambassadeurs, software, promo, enz.

Voor het gedeelte van het huidige contract dat binnen het kalender­jaar 2022 valt, is de kostprijs 86.143,00 euro, wat een opnamegraad is van 26% van het totale beschikbare budget. In 2022 is ca. 82% van de middelen naar de terugbetaling van de loonkosten gegaan.

eTwinning

In 2022 is het eTwinning-contract met de Europese Commissie, dat een duurtijd had van 39 maanden (van 1 januari 2019 tot 31 maart 2022), afgelopen.

Het beschikbare budget voor dit contract bedroeg 686.822 euro, waarvan 566.351 euro is gerealiseerd. Dit is een opnamegraad van 82%, waarvan de Europese Commissie 80% financiert. De overige 20% wordt gefinancierd via Ministeriële Besluiten met het Departe­ment Onderwijs en Vorming.

Van de totale kostprijs gaat 70% naar de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- en verblijfskosten, kosten voor ambassadeurs, software, promo, events, enz.

Ondertussen is een nieuw eTwinning-contract afgesloten met de Europese Commissie voor een duurtijd van 21 maanden, van 1 april 2022 tot en met 31 december 2023. Hierdoor is er voor 2022 enkel een tussentijdse stand van zaken mogelijk.

Het beschikbaar budget voor dit contract bedraagt 395.838 euro of ca. 226.193 euro per jaar. De Europese Commissie financiert 78%; het resterend budget wordt gefinancierd door twee Ministeriële Besluiten via het departement Onderwijs en Vorming.

Van het beschikbaar budget is 64% voorzien voor de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- en verblijfskosten, kosten voor ambassadeurs, software, promo, events, enz.

Voor het gedeelte van het huidige contract dat binnen het kalender­jaar 2022 valt, is de kostprijs 145.472 euro, wat een opnamegraad is van 37% van het totale beschikbare budget. In 2022 is ca. 79% van de middelen naar de terugbetaling van de loonkosten gegaan.

Voor het gedeelte van het huidige contract dat binnen het kalender­jaar 2022 valt, is de kostprijs 86.143,00 euro, wat een opnamegraad is van 26% van het totale beschikbare budget. In 2022 is ca. 82% van de middelen naar de terugbetaling van de loonkosten gegaan.

Euroguidance

Het huidige Euroguidance-contract met de Europese Commissie heeft een duurtijd van 33 maanden en loopt van 1 april 2021 tot 31 december 2023. Hierdoor is er voor 2022 enkel een tussentijdse stand van zaken mogelijk.

Het beschikbaar budget voor dit contract bedraagt 234.315 euro of ca. 85.205 euro per jaar. De Europese Commissie financiert 41%; het resterend budget wordt gefinancierd door twee Ministeriële Besluiten via het departement Onderwijs en Vorming.

Van het beschikbaar budget is 77% voorzien voor de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- en verblijfskosten, software, promo, events, enz.

Voor het gedeelte van het huidige contract dat binnen de afgelopen kalenderjaren 2021 en 2022 valt, is de kostprijs 139.268 euro, wat een opnamegraad is van 59% van het totale beschikbare budget. Van deze kostprijs gaat ca. 83% van de middelen naar de terugbetaling van de loonkosten.

Europass

Het huidige Europass-contract met de Europese Commissie heeft een duurtijd van 33 maanden en loopt van 1 april 2021 tot 31 december 2023. Hierdoor is er voor 2022 enkel een tussentijdse stand van zaken mogelijk.

Het beschikbaar budget voor dit contract bedraagt 270.355 euro of ca. 98.310 euro per jaar. De Europese Commissie financiert 49%; het resterend budget wordt gefinancierd met twee Ministeriële Besluiten via het departement Onderwijs en Vorming.

Van het beschikbaar budget is 65% voorzien voor de terugbetaling van de loonkosten van het ter beschikking gesteld personeel. De overige kosten bestaan voornamelijk uit reis- en verblijfskosten, software, promo, events, enz.

Voor het gedeelte van het huidige contract dat binnen de afgelopen kalenderjaren 2021 en 2022 valt, is de kostprijs 129.794 euro, wat een opnamegraad is van 48% van het totale beschikbare budget. Van deze kostprijs gaat ca. 81% van de middelen naar de terugbetaling van de loonkosten.

Erasmus+, Europese en Vlaamse initiatieven

Erasmus+ 2021-2027 is het EU-programma op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd en sport. Door middel van onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport tracht Erasmus+ een bijdrage te leveren aan de aanpak van sociaaleconomische veranderingen, werkgelegenheid, sociale integratie en andere belangrijke uitdagingen waarmee Europa tot het einde van het decennium zal worden geconfronteerd.

Binnen het Erasmus+-programma vervult Epos vzw een aantal rollen::

  1. als nationaal agentschap voor onderwijs en vorming:
    Het correct beheer van de gedecentraliseerde middelen voor mobiliteit en strategische partnerschappen, met bijzondere aandacht voor monitoring, impact, valorisatie en wisselwerking met het Vlaamse beleid.
  2. als ondersteuningsdienst van eTwinning en EPALE in Vlaanderen:
    De promotie en toeleiding, moderatie, ondersteuning en een helpdesk-functie van de ter beschikking gestelde Europese Tools.
  3. als coördinatiecentrum voor Euroguidance en Europass:
    De promotie en ontsluiting van deze Europese instrumenten naar de beoogde eindgebruikers en bijdragen tot de transnationale samenwerking (in relatie tot het Vlaams beleid).

In het kader van het bevorderen van de internationale mobiliteit door lerenden en professionelen in onderwijs en opleiding, en transnationale samenwerking, beheert Epos vzw ook een aantal Vlaamse Fondsen:

  1. Buurklassen maakt bilaterale klasuitwisselingen (in het leerplichtonderwijs) mogelijk met scholen in onze buurlanden.
  2. Erasmus Belgica bevordert de uitwisseling van studenten hoger onderwijs tussen de Gemeenschappen in België
  3. Intercommunautaire uitwisseling bevordert mobiliteit binnen België voor toekomstige leerkrachten.

Epos coördineert in Vlaanderen ook de werking van het Europees Talenlabel en de Europese dag van de talen.

De nationale agentschappen in België

Aangezien onderwijs en vorming een gemeenschapsbevoegdheid is, hebben ook de Federatie Wallonië-Brussel (AEF-Europe) en de Duitstalige Gemeenschap (Jugenbüro) een nationaal agentschap voor het luik onderwijs en opleiding in Erasmus+.

JINT is het nationaal agentschap in Vlaanderen voor het programmaonderdeel Jeugd onder Erasmus+. BIJ is de Franstalige tegenhanger van Jint.

Jugenbüro, het agentschap voor de Duitstalige Gemeenschap, is bevoegd voor zowel onderwijs, opleiding als jeugd.

Dat resulteert in vijf nationale agentschappen in België alleen al voor onderwijs en vorming. Epos werkt nauw samen met de andere Belgische agentschappen.

Ook Sport krijgt meer aandacht onder Erasmus+. Dat was al het geval in het vorige Erasmus+-programma 2014-2020, maar onder het huidige programma is het budget voor Sport gestegen. Dit zal onder andere de mogelijkheid bieden om mobiliteit op Europees niveau in de sportsector te implementeren vanaf 2023. In Vlaanderen is Sport Vlaanderen verantwoordelijk voor het uitvoeren van het luik Sport onder Erasmus+.

De medewerkers

Alle medewerkers in de vzw zijn verbonden aan één van de drie stichtende leden, met name het Vlaamse Departement Onderwijs en Vorming, VDAB en het Vlaamse Departement Werk en Sociale Economie. De drie organisaties werken volgens de richtlijnen van het Vlaamse Personeelsstatuut (of VPS).

Per 31 december 2022 bestaat het Epos-team uit in totaal 34 medewerkers, wat overeenkomt met 31,2 voltijdse equivalenten.

  • Drie medewerkers hebben Epos verlaten. Twee werden vervangen in de loop van 2022. De stafmedewerker Horizontale Prioriteiten is een nieuwe functie die is opgestart in 2022.
  • Zestien medewerkers van het team samenwerking en internatio­nalisering en het team Vlaamse en Europese fondsen zijn verbonden aan de projectlevenscycli van Erasmus+ en Vlaamse fondsen.
  • ETwinning kan rekenen op drie medewerkers, EPALE op twee medewerkers, en Europass en Euroguidance tot slot tellen elk één medewerker.
  • Daarnaast zijn er nog ondersteunende diensten voor de vzw: communicatie met twee medewerkers, financiën en secretariaat met vijf medewerkers, de ICT-medewerker, de stafmedewerker ter ondersteuning van de directeur en de vzw, en de stafmedewerker horizontale prioriteiten.
  • Drie medewerkers zijn verbonden aan VDAB en één medewerker aan het Departement Werk en Sociale Economie. De overige medewerkers vallen onder het Departement Onderwijs en Vorming. Van die laatste groep zijn vijf medewerkers gedetacheerde leerkrachten, en hebben twee medewerkers een GESCO-statuut.
  • 59% van de medewerkers zijn vrouwen en 41% zijn mannen: de veranderingen in het personeelsbestand hebben ervoor gezorgd dat de balans is gewijzigd in het voordeel van de vrouwen.
  • De gemiddelde leeftijd op het agentschap bedraagt ca. 48,5 jaar

Actueel overzicht van de personeelsleden via https://www.epos-vlaanderen.be/contact/wie-is-wie/

Download het volledige Epos jaarboek 2022
Download PDF