Mogelijke activiteiten – aanvraagjaar 2023

Activiteiten voor lerenden

LEERMOBILITEIT VAN LERENDEN (individueel of in groep)
WAT? Lerenden in volwasseneneducatie kunnen in het buitenland een leerperiode van korte duur doorbrengen in een formele of non-formele organisatie die actief is op het gebied van volwasseneneducatie of bij een partneraanbieder van volwasseneneducatie.

Individuele leermobiliteit omvat een individueel leerprogramma voor de lerende waarin verschillende formele en non-formele leermethodes verwerkt zijn. (werkplekleren, observaties, job-shadowing,…) Er bestaat zowel kortlopende als langlopende leermobiliteit voor lerenden binnen de volwasseneneducatie.

Groepsmobiliteit (minstens 2 per groep) omvat een programma voor de lerenden waarin verschillende formele en non-formele leermethodes verwerkt zijn. (werkplekleren, observaties, job-shadowing,…) en waarbij de focus ligt op het verwerven van kerncompetenties bij volwasseneducatie of de vier dimensies uit het Erasmus+ programma (duurzaamheid, inclusie, digitalisering en Europese identiteit)

WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn volwassen lerenden binnen de formele en non-formele volwasseneneducatie die deelnemen aan een programma voor volwasseneneducatie bij de uitzendende organisatie. Bij de selectie van de deelnemers moeten alle projecten streven naar een inclusieve en evenwichtige mix van deelnemersprofielen en een volwaardige betrokkenheid van kansarme deelnemers.
WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België)
DUUR? Kortlopende individuele leermobiliteit: minimaal 2 – maximaal 29 dagen 

Langlopende individuele leermobiliteit: minimaal 30 – maximaal 365 dagen 

Groepsmobiliteit: minimaal 2 – maximaal 30 dagen 

 

Activiteiten voor personeel

 

JOB SHADOWING
WAT?  Deelnemers kunnen een periode doorbrengen bij een ontvangende organisatie in het buitenland om nieuwe praktijken te leren en nieuwe ideeën op te doen door observatie en interactie met peers.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in de volwasseneneducatie werkzaam zijn. 

In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van formeel en non-formeel volwasseneneducatie (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in de volwasseneneducatie (lokale besturen, socio-culturele organisaties, bibliotheken,  koepelorganisaties enz.). 

Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers). 

In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document). 

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België).
DUUR? Minimaal 2 dagen – maximaal 60 dagen.

 

ONDERWIJS- OF OPLEIDINGSOPDRACHT
WAT? Deelnemers kunnen een periode les of vorming geven bij een ontvangende organisatie in het buitenland om op die manier ook zelf te leren en uit te wisselen met peers.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in de volwasseneneducatie werkzaam zijn.  

In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van volwasseneneducatie (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in de formele of non-formele volwasseneneducatie.  

Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers).  

In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).  

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België)
DUUR? Minimaal 2 dagen – maximaal 365 dagen.

 

 

CURSUSSEN EN OPLEIDING
WAT? Deelnemers kunnen een gestructureerde cursus of een soortgelijke opleiding volgen die gegeven wordt door gekwalificeerde professionals en gebaseerd op een vooraf gedefinieerd leerprogramma en leerresultaten. Deelnemers van minimaal twee verschillende landen moeten aanwezig zijn en de cursus / opleiding moet de deelnemers in staat stellen om met andere lerenden en met de opleiders te communiceren.  

Geheel passieve activiteiten zoals het luisteren naar lezingen, toespraken of massaconferenties voldoen niet aan deze voorwaarden.  

Opgelet: aanbieders van cursussen en opleiding zijn volledig onafhankelijk zijn van het Erasmus+-programma en treden op als dienstverleners in een vrije markt. De keuze van cursussen en trainingen valt daarom onder de verantwoordelijkheid van de aanvragende begunstigde organisatie. Hier vind je kwaliteitsnormen als ondersteuning om je te begeleiden bij je keuze.  

WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in de formele of non-formele volwasseneneducatie actief zijn.  

In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van volwasseneneducatie (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in de volwasseneneducatie. (bv. opleiders in lokale overheden, adviseurs, beleidscoördinatoren). 

Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers).  

In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).  

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België). 
DUUR? Minimaal 2 dagen – maximaal 30 dagen.

ANDERE ACTIVITEITEN

 

VOORBEREIDEND BEZOEK
WAT? Een organisatie kan een voorbereidend bezoek opzetten naar een ontvangende organisatie om een leermobiliteit voor te bereiden (om op die manier de leeractiviteit kwalitatief beter te maken).

Een voorbereidend bezoek kan niet gebruikt worden om een cursus / opleidingsactiviteit voor personeel voor te bereiden. Het voorbereidend bezoek kan ook niet gebruikt worden om een nieuwe projectaanvraag voor te bereiden.

WIE? Voorbereidende bezoeken kunnen worden verricht door alle personen die in aanmerking komen voor mobiliteitsactiviteiten voor personeel en die betrokken zijn bij de organisatie van het project.  

Lerenden die aan langlopende leermobiliteit zullen deelnemen en kansarme deelnemers aan elk soort activiteit kunnen bij wijze van uitzondering deelnemen aan voorbereidende bezoeken. 

Aan een voorbereidend bezoek mogen maximaal drie personen deelnemen en per gastorganisatie mag er maximaal één voorbereidend bezoek worden georganiseerd. 

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België).
DUUR? Niet bepaald.

 

ONTVANGEN VAN EEN EXPERT
WAT? Een organisatie kan experten naar hier uitnodigen om de kwaliteit van opleiden en leren in de ontvangende organisatie te verbeteren.
WIE? De expert moet over expertise beschikken die relevant is voor de noden en doelstellingen van de ontvangende organisatie.
WAAR? Het betreft inkomende mobiliteit uit een programmaland (behalve België).
DUUR? Minimaal 2 – maximaal 60 dagen.

 

ONTVANGEN VAN EEN LERAAR/OPLEIDER IN OPLEIDING
WAT? Organisaties kunnen als gastheer optreden voor leerkrachten in opleiding die een stageperiode in het buitenland willen vervullen. De gastorganisatie zal steun ontvangen om de activiteit op te zetten, terwijl de reiskosten en individuele steun voor de deelnemer moeten worden verstrekt door de uitzendende instelling (die daarvoor Erasmus+-financiering mag aanvragen).
WIE? Deelnemers die zijn ingeschreven in of pas zijn afgestudeerd (tot 12 maanden na afstuderen) aan een lerarenopleiding (of een vergelijkbaar onderwijsprogramma voor opleiders of vormingswerkers) in een ander programmaland.
WAAR? Het betreft inkomende mobiliteit van een programmaland (behalve België) naar de begunstigde of naar een lid van een consortium.
DUUR? Minimaal 10 – maximaal 365 dagen.