Allianties voor Innovatie (Alliances for Innovation) zijn erop gericht het innovatievermogen van Europa te versterken door innovatie te stimuleren via samenwerking en kennisoverdracht tussen het hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding (zowel initieel als voortgezet) en de bredere sociaaleconomische context, inclusief research.

Zij zijn ook bedoeld om het aanbieden van nieuwe vaardigheden te stimuleren en discrepanties tussen de vraag naar en het aanbod van vaardigheden aan te pakken door nieuwe curricula te ontwerpen en te ontwikkelen voor het hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, om zo de ontwikkeling van zin voor initiatief en ondernemersgeest in de EU te ondersteunen.

Deze partnerschappen voeren een samenhangend, alomvattend geheel van sectorale of sectoroverschrijdende activiteiten uit, die moeten kunnen worden aangepast aan toekomstige kennisontwikkelingen in de gehele EU.

Om innovatie te stimuleren, zal aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van talent en vaardigheden. Ten eerste zijn digitale vaardigheden steeds belangrijker geworden in alle beroepsprofielen binnen de gehele arbeidsmarkt. Ten tweede moet de overgang naar een circulaire en groenere economie worden ondersteund door kwalificaties en nationale onderwijs- en opleidingscurricula aan te passen aan de opkomende behoefte aan groene vaardigheden en duurzame ontwikkeling. Ten derde vereist de dubbele digitale en groene transitie een versnelde invoering van nieuwe technologieën, met name op het gebied van zeer innovatieve deeptech-domeinen, in alle sectoren van onze economie en samenleving.

Deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt binnen een of meer van de twee projecttypes:

  • Lot 1: Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen
  • Lot 2: Allianties voor Sectorale Samenwerking op het gebied van Vaardigheden

Lot 1: Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen

Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen (Alliances for Education and Enterprises) zijn transnationale, gestructureerde en resultaatgerichte projecten waarin partners gemeenschappelijke doelen hebben en samenwerken om innovatie, nieuwe vaardigheden, zin voor initiatief en ondernemersgeest te stimuleren.

Zij zijn erop gericht innovatie te bevorderen in het hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, het bedrijfsleven en in de bredere sociaaleconomische context. In het kader daarvan worden maatschappelijke en economische uitdagingen zoals klimaatverandering, demografische veranderingen, digitalisering, de opkomst van nieuwe, disruptieve technologieën zoals kunstmatige intelligentie en snelle veranderingen op de arbeidsmarkt behandeld via sociale innovatie en veerkrachtige gemeenschappen en door innovatie van de arbeidsmarkt.

Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen brengen ondernemingen en aanbieders van zowel hoger onderwijs als beroepsopleidingen bijeen om samen te werken in partnerschappen. Zij zijn actief binnen een of meerdere economische sectoren en brengen betrouwbare, duurzame relaties tot stand en tonen hun innovatieve en transnationale karakter in alle aspecten. Hoewel alle partnerschappen ten minste een organisatie voor beroepsonderwijs en -opleiding en een organisatie voor hoger onderwijs moeten omvatten, kunnen zij betrekking hebben beide of op slechts een van deze onderwijsgebieden. De samenwerking tussen instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding en die voor hoger onderwijs moet relevant zijn en beide sectoren ten goede komen.

Welke organisaties kunnen deelnemen?

Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen moeten ten minste acht programmalanden bestrijken en bestaan uit ten minste twaalf volwaardige partners. Het partnerschap moet ten minste vijf actoren uit de arbeidsmarkt (ondernemingen of bedrijven, of representatieve intermediaire organisaties, zoals kamers, vakbonden of handelsverenigingen) en ten minste vijf aanbieders van onderwijs en opleiding (beroepsonderwijs en -opleiding of hoger onderwijs) omvatten, als volwaardige partners. Bij elk voorstel moeten ten minste één instelling voor hoger onderwijs en een aanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding als volwaardige partner zijn betrokken.

Wat is de mogelijke financiering?

Voor een Alliantie voor Onderwijs en Ondernemingen is een projectfinanciering voorzien van €1.000.000 (project van 24 maanden) of €1.500.000 (project van 36 maanden).

Hoe gebeurt de aanvraag?

De aanvraag gebeurt door één van de partners, die de projectaanvraag doet namens alle deelnemende organisaties.

Aanvragen moeten ingediend worden via het Funding & Tender Portal, ten laatste op 7 maart 2024 om 17:00 uur (Belgische tijd).

Meer informatie?

Uitgebreide informatie vind je in de Erasmus+ Programmagids.

Deze actie wordt beheerd door het Europees Uitvoerend Agentschap Onderwijs en Cultuur (EACEA).

Lot 2: Allianties voor Sectorale Samenwerking op het gebied van Vaardigheden

Allianties voor Sectorale Samenwerking op het gebied van Vaardigheden (Alliances for Sectoral Cooperation on Skills) zijn erop gericht nieuwe strategische benaderingen en samenwerking tot stand te brengen voor concrete oplossingen om vaardigheden te ontwikkelen – zowel op de korte als op de middellange termijn – in gebieden waarop een belangrijke actie van de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, het Pact voor Vaardigheden, wordt uitgevoerd. De beoogde resultaten van de allianties voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden, te weten inzichten in sectorale vaardigheden, vaardighedenstrategieën, beroepsprofielen, opleidingsprogramma’s en langetermijnplanning, zullen dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de werkzaamheden van op ecosystemen gebaseerde grootschalige partnerschappen die zich bij het pact voor vaardigheden hebben aangesloten.

Allianties voor Sectorale Samenwerking op het gebied van Vaardigheden moeten vaardighedentekorten op de arbeidsmarkt aanpakken die de groei, de innovatie en het concurrentievermogen in specifieke sectoren of gebieden belemmeren, waarbij zowel moet worden gekeken naar ingrepen op de korte termijn als strategieën op de lange termijn. Deze allianties moeten dit doen in de 14 industriële ecosystemen die zijn geïdentificeerd in de nieuwe industriestrategie voor Europa (voorstellen met betrekking tot de industriële ecosystemen 1-8 hebben prioriteit als er geen blauwdrukproject loopt dat hier betrekking op heeft of als de lopende blauwdrukprojecten die hierop betrekking hebben eind 2023 zullen eindigen):

  1. Mobiliteit-vervoer-automobiel
  2. Textiel
  3. Hernieuwbare energie
  4. Elektronica
  5. Detailhandel
  6. Bouwnijverheid
  7. Ruimtevaart en defensie
  8. Koolstofarme, energie-intensieve industrieën
  9. Toerisme
  10. Agrovoedingsindustrie
  11. Creatieve en culturele sectoren
  12. Digitaal
  13. Nabijheid en sociale economie
  14. Gezondheid

Met de op ecosystemen gebaseerde grootschalige partnerschappen in het kader van het Pact voor Vaardigheden zal worden voortgebouwd op de blauwdruk voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden. Allianties voor Sectorale Samenwerking zullen derhalve de uitvoering van de verbintenissen in het kader van dat pact ondersteunen door sectorspecifieke vaardigheidsstrategieën te ontwikkelen. Deze strategieën moeten de tekorten aan vaardigheden, lacunes en discrepanties tussen de vraag naar en het aanbod van vaardigheden stelselmatig en structureel verminderen en tevens zorgen voor vaardigheden van voldoende kwaliteit en niveau. De sectorspecifieke vaardigheidsstrategieën moeten een duidelijke reeks activiteiten, mijlpalen en welomschreven doelstellingen bevatten met het doel vraag en aanbod van vaardigheden op elkaar af te stemmen en op die manier de algehele uitvoering van op ecosystemen gebaseerde grootschalige vaardighedenpartnerschappen in het kader van het pact voor vaardigheden te ondersteunen. De allianties moeten de basis vormen voor deze vaardighedenpartnerschappen en het traject uitstippelen dat moet worden voortgezet nadat de projecten zijn voltooid.

Allianties moeten voor hun voorstel één industrieel ecosysteem kiezen waarop hun project betrekking zal hebben. Er kan slechts één voorstel per industrieel ecosysteem worden geselecteerd voor financiering. Een voorstel kan betrekking hebben op een ecosysteem waarvoor nog geen blauwdrukproject loopt of een ecosysteem waarvoor reeds een blauwdrukproject loopt. In dat laatste geval moet het voorstel betrekking hebben op (vak)gebieden die duidelijk verschillen van die waarop de lopende blauwdrukprojecten betrekking hebben.

Voorstellen moeten het ontwerp van programma’s voor voortgezet beroepsonderwijs omvatten om dringende behoeften aan vaardigheden bij mensen in de werkende leeftijd aan te pakken. Voorstellen moeten ook de ontwikkeling van nieuwe beroepsprofielen omvatten, met de bijbehorende kwalificaties, die het hogere en postsecundaire niveau van beroepsonderwijs en -opleiding (EQF-niveaus 3 tot en met 5) en het tertiaire niveau (EQF-niveaus 6 tot en met 8) dienen te bestrijken. Voorts moeten de voorstellen de opzet omvatten van de bijbehorende kerncurricula en onderwijs- en opleidingsprogramma’s die tot die kwalificaties leiden.

Welke organisaties kunnen deelnemen?

Allianties voor Onderwijs en Ondernemingen moeten ten minste vier programmalanden bestrijken en bestaan uit ten minste acht volwaardige partners. Het partnerschap moet ten minste drie actoren uit de arbeidsmarkt (ondernemingen of bedrijven, of representatieve intermediaire organisaties, zoals kamers, vakbonden of handelsverenigingen) en ten minste drie aanbieders van onderwijs en opleiding (beroepsonderwijs en -opleiding of hoger onderwijs) omvatten, als volwaardige partners. Bij elk voorstel moeten ten minste één instelling voor hoger onderwijs en een aanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding als volwaardige partner zijn betrokken.

Wat is de mogelijke financiering?

Voor een Alliantie voor Sectorale Samenwerking op het gebied van Vaardigheden is een projectfinanciering voorzien van €4.000.000 (project van 4 jaar). Er kan slechts één voorstel per industrieel ecosysteem worden geselecteerd voor financiering.

Hoe gebeurt de aanvraag?

De aanvraag gebeurt door één van de partners, die de projectaanvraag doet namens alle deelnemende organisaties.

Aanvragen moeten ingediend worden via het Funding & Tender Portal, ten laatste op 7 maart 2024 om 17:00 uur (Belgische tijd).

Meer informatie?

Uitgebreide informatie vind je in de Erasmus+ Programmagids.

Deze actie wordt beheerd door het Europees Uitvoerend Agentschap Onderwijs en Cultuur (EACEA).