Prof. dr. em. An Hermans
Europees Parlement – Rapporteur Erasmus (’87 – ’92)
Europese samenhorigheid is de kern van Erasmus+: ondanks onze verschillen staan we sterk in samenwerking en solidariteit
Dat ze er een goedgevulde academische en politieke carrière heeft op zitten, is het minste dat je van An Hermans kan zeggen. In de beginjaren van Erasmus trok ze mee aan de kar om het programma onder de aandacht te brengen en uit te bouwen. Vandaag liggen onderwijs, gelijke kansen en Europese solidariteit haar nog steeds nauw aan het hart. “Ik heb altijd veel oog gehad voor de socio-culturele dimensie van Erasmus. Het moet een programma zijn voor iedereen.”
Bruggenbouwer
An Hermans werd geboren in 1944 als oudste dochter in een mijnwerkersgezin met zes kinderen. In die tijd was het voor meisjes niet gebruikelijk om verder te studeren. Maar An kon een opleiding volgen en behaalde in 1963 haar diploma van onderwijzeres. Na drie jaar lesgeven ging ze Pedagogiek (of Pedagogische Wetenschappen) studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze behaalde haar doctoraat en was er tot 2004 hoogleraar Pedagogiek. In 1989 werd An voor de CVP (vandaag CD&V, nvdr) verkozen tot lid van het Europees Parlement, wat het begin betekende van haar politieke loopbaan. Tijdens haar hele carrière zette ze zich in voor de rechten van vrouwen in de politiek en het beroepsleven, onder andere als voorzitster Algemeen Secretaris van de Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging (KAV, vandaag Femma, nvdr).
“Ik ging op pensioen op mijn zestigste, in die tijd kon dat nog”, steekt An van wal met een knipoog. “Vanaf dan begon ik me te verdiepen in het seniorenbeleid in Europa. . Van 2007 tot 2019 was ik voorzitter van de CD&V-senioren en sinds 2013 ben ik voorzitter van de Europese Senioren Unie (ESU).” Een van de stokpaardjes van An is de digitale geletterdheid van senioren, waarover ze in opdracht van de Raad van Europa, ook een boek (je?) schreef. “Studies over digitale inclusie gaan meestal van 16 tot 74 jaar, terwijl de groep die erna komt door de vergrijzing steeds groter wordt. In het boek maak ik een stand van zaken op en geef ik aanbevelingen voor het beleid. Ik heb geen politiek mandaat meer maar ik wil mijn stem gebruiken om een brug te slaan tussen het Europese beleid en de senioren.”
Informeren en stimuleren
Wat is Ans link met Erasmus+, vragen we ons af? Wanneer ik lid werd van het Europees Parlement, was het Erasmus-programma nog pril (opgericht in 1987, nvdr). Men was nog volop aan het uitzoeken welke richting het zou uitgaan. In de parlementaire Commissie Jeugd, Cultuur, Onderwijs en Media, volgden we die ontwikkelingen op de voet en in nauw contact met de ambtenaren in de Europese Commissie. Vanuit mijn achtergrond in het onderwijs was ik geïnteresseerd om mee te verkennen. Ik nam enkele initiatieven om Erasmus meer onder de aandacht te brengen, onder andere samen met Freddy Evens. Ik organiseerde infonamiddagen, maakte een brochure… Ik vond het belangrijk om mensen te informeren en te stimuleren. Op sommige universiteiten was er meer interesse dan op andere, maar ik zette door want ik geloofde in de kracht van het programma. Ik weet nog dat men vond dat een politica zich daar eigenlijk niet moest mee bezig houden”, lacht An.
Van in het begin benadrukte An dat Erasmus meer moest zijn dan enkel ’ studeren in voorbereiding op het werk’. “Ik heb ervoor gepleit dat er in elke uitwisseling een reflectiemoment moest vervat zitten over Europa. Dat studenten bewust zouden stilstaan bij de plek waar ze studeren en bij Europa als geheel. Want Erasmus is zoveel meer dan een ‘toeristisch uitstapje’. Voor mij draait het om de Europese gedachte: het feit dat we een gedeelde geschiedenis hebben en dat we, ondanks onze verschillen, streven naar eenheid en verbondenheid en dat daarin onze sterkte zit. Dat besef mag van mij nog veel meer aan bod mogen komen in het programma.”
Europees gevoel laten schitteren
Naast digitalisering draagt An een andere kernwaarde van Epos hoog in het vaandel: sociale inclusie. “In het begin had Erasmus een elitair imago, en dat heeft het nog steeds niet volledig van zich afgeschud. Ik heb me altijd ingezet voor de uitbreiding van het programma, in het bijzonder de socio-culturele dimensie. Het moet een programma zijn voor iedereen.” An vindt het positief dat inclusie steeds belangrijker wordt in de maatschappij. “Ik merk dat kinderen en jongeren er op vroege leeftijd over nadenken, ik zie het bij mijn eigen kleinkinderen”, zegt ze. Of ze Erasmus+ zou aanraden aan hen? “Natuurlijk! Samen studeren, ervaringen uitwisselen, zien én voelen hoe anders en toch gelijk we zijn: dat is veel waard. Zoals ik aangaf, mag het Europese samenhorigheidsgevoel zeker nog meer schitteren. Belangrijke waarden zoals solidariteit, vrijheid en verantwoordelijkheid worden nog niet voldoende naar waarde geschat. Ze zijn zo belangrijk voor de toekomst van Europa.”
Ten slotte heeft An nog een wens voor Erasmus+. “Het zou fantastisch zijn mochten de ouderen nog meer betrokken worden om kennis en ervaringen uit te wisselen, zowel met elkaar als met de jongeren. Jong en oud kunnen zoveel van elkaar leren, en senioren hebben even vernieuwende en frisse ideeën als de jeugd. Ik hoop zelf daarvan een mooi voorbeeld te zijn ”, besluit ze lachend.
An heeft een mooie verjaardagwens voor Erasmus+ en Epos. Je kan die hier bekijken: