Mogelijke activiteiten – aanvraagjaar 2024

Activiteiten voor lerenden

 

KORTDURENDE LEERMOBILITEIT VAN LERENDEN
WAT? Lerenden in beroepsonderwijs en -opleiding kunnen in het buitenland een leerperiode van korte duur doorbrengen in een bedrijf, in een andere organisatie die actief is op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding of de arbeidsmarkt of bij een partneraanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding. De leerperiode moet een sterke component werkplekleren omvatten en voor elke deelnemer moet een individueel leerprogramma worden vastgesteld.
WIE?

In aanmerking komende deelnemers zijn lerenden en leerlingen in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding. Deelnemers moeten zijn ingeschreven voor een in aanmerking komend initieel of voortgezet programma voor beroepsonderwijs en -opleiding (raadpleeg hiervoor de lijst ‘ontvankelijke organisaties’.)

Pas afgestudeerden (of voormalige leerlingen) van in aanmerking komende initiële en voortgezette programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding komen tot 12 maanden na het afstuderen voor deelname in aanmerking.

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België).
DUUR? Minimaal 10 – maximaal 89 dagen. Voor deelnemers met fewer opportunities kan, indien gerechtvaardigd, mobiliteit met een minimale duur van twee dagen worden georganiseerd.

 

GROEPSMOBILITEIT VAN LERENDEN
WAT? Een groep van lerenden (minimaal 2 deelnemers) in beroepsonderwijs en -opleiding kan in het buitenland een leerperiode van korte duur doorbrengen in een organisatie die actief is op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding of de arbeidsmarkt of bij een partneraanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding. De uitzendende organisatie moet de leeractiviteiten ontwerpen in samenwerking met een partneraanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding in het gastland.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn lerenden en leerlingen in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding. Deelnemers moeten zijn ingeschreven voor een in aanmerking komend initieel of voortgezet programma voor beroepsonderwijs en -opleiding (raadpleeg hiervoor de lijst ‘ontvankelijke organisaties.)

Pas afgestudeerden (of voormalige leerlingen) van in aanmerking komende initiële en voortgezette programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding komen tot 12 maanden na het afstuderen voor deelname in aanmerking.

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde projectaanvragen).
DUUR? Minimaal 2 – maximaal 30 dagen. 

 

LANGDURENDE LEERMOBILITEIT VAN LERENDEN– ERASMUSPRO
WAT? Lerenden in beroepsonderwijs en -opleiding kunnen in het buitenland een leerperiode van lange duur doorbrengen in een bedrijf, in een andere organisatie die actief is op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding of de arbeidsmarkt of bij een partneraanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding. De leerperiode moet een sterke component werkplekleren omvatten en voor elke deelnemer moet een individueel leerprogramma worden vastgesteld.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn lerenden en leerlingen in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding. Deelnemers moeten zijn ingeschreven voor een in aanmerking komend initieel of voortgezet programma voor beroepsonderwijs en -opleiding (raadpleeg hiervoor de lijst ‘ontvankelijke organisaties‘). 

Pas afgestudeerden (of voormalige leerlingen) van in aanmerking komende initiële en voortgezette programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding komen tot 12 maanden na het afstuderen voor deelname in aanmerking.

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde organisaties).
DUUR? Minimaal 90 – maximaal 365 dagen

 

DEELNAME AAN VAARDIGHEIDSWEDSTRIJDEN
WAT? Lerenden in beroepsonderwijs en -opleiding kunnen deelnemen aan een vaardigheidswedstrijd (skills competition). Financiële ondersteuning is ook beschikbaar voor personeel en experten die de deelnemers begeleiden tijdens de activiteit.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn lerenden en leerlingen in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding. Deelnemers moeten zijn ingeschreven voor een in aanmerking komend initieel of voortgezet programma voor beroepsonderwijs en -opleiding (raadpleeg hiervoor de lijst ‘ontvankelijke organisaties‘).

Pas afgestudeerden (of voormalige leerlingen) van in aanmerking komende initiële en voortgezette programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding komen tot 12 maanden na het afstuderen voor deelname in aanmerking.

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde organisaties).
DUUR? Minimaal 1 dag – maximaal 10 dagen

Activiteiten voor personeel

 

JOB SHADOWING
WAT? Deelnemers kunnen een periode doorbrengen bij een ontvangende organisatie in het buitenland om nieuwe praktijken te leren en nieuwe ideeën op te doen door observatie en interactie met peers.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding werkzaam zijn.

In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van initieel en voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in beroepsonderwijs en -opleiding (bv. opleiders in lokale partnerbedrijven, adviseurs, beleidscoördinatoren die belast zijn met beroepsonderwijs en -opleiding enz.).

Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers).

In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde organisaties).
DUUR? Minimaal 2 dagen– maximaal 60 dagen

 

ONDERWIJS- OF OPLEIDINGSOPDRACHT
WAT? Deelnemers kunnen een periode les of vorming geven bij een ontvangende organisatie in het buitenland om op die manier ook zelf te leren en uit te wisselen met peers.
WIE? In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding werkzaam zijn.
In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van initieel en voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in beroepsonderwijs en -opleiding (bv. opleiders in lokale partnerbedrijven, adviseurs, beleidscoördinatoren die belast zijn met beroepsonderwijs en -opleiding enz.).
Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers).
In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).
WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde organisaties).
DUUR? Minimaal 2 dagen– maximaal 365 dagen

 

CURSUSSEN EN OPLEIDING
WAT? Deelnemers kunnen een gestructureerde cursus of een soortgelijke opleiding volgen die gegeven wordt door gekwalificeerde professionals en gebaseerd op een vooraf gedefinieerd leerprogramma en leerresultaten. Deelnemers van minimaal twee verschillende landen moeten aanwezig zijn en de cursus / opleiding moet de deelnemers in staat stellen om met andere lerenden en met de opleiders te communiceren.

Geheel passieve activiteiten zoals het luisteren naar lezingen, toespraken of massaconferenties voldoen niet aan deze voorwaarden.

Opgelet: aanbieders van cursussen en opleiding zijn volledig onafhankelijk van het Erasmus+-programma en treden op als dienstverleners in een vrije markt. De keuze van cursussen en trainingen valt daarom onder de verantwoordelijkheid van de begunstigde organisatie. Hier vind je kwaliteitsnormen als ondersteuning om je te begeleiden bij je keuze. 

WIE?  In aanmerking komende deelnemers zijn leerkrachten en opleiders en alle andere niet-onderwijzende deskundigen en personeelsleden die in initiële en voortgezette vormen van beroepsonderwijs en -opleiding werkzaam zijn.
In aanmerking komend niet-onderwijzend personeel omvat personeel dat werkzaam is bij aanbieders van initieel en voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding (zoals leidinggevenden, functionarissen voor internationale mobiliteit enz.) of bij andere organisaties die actief zijn in beroepsonderwijs en -opleiding (bv. opleiders in lokale partnerbedrijven, adviseurs, beleidscoördinatoren die belast zijn met beroepsonderwijs en -opleiding enz.).
Deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren (bijvoorbeeld als externe opleiders, experten of vrijwilligers).
In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).
WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België).
DUUR? Minimaal 2 dagen – maximaal 30 dagen

ANDERE ACTIVITEITEN

 

VOORBEREIDEND BEZOEK
WAT? Een organisatie kan een voorbereidend bezoek opzetten naar een ontvangende organisatie om een leermobiliteit voor te bereiden (om op die manier de leeractiviteit kwalitatief beter te maken).

Een voorbereidend bezoek kan niet gebruikt worden om een cursus / opleidingsactiviteit voor personeel voor te bereiden. Het voorbereidend bezoek kan ook niet gebruikt worden om een nieuwe projectaanvraag voor te bereiden.

WIE? Een voorbereidend bezoek kan uitgevoerd worden door:

  • een personeelslid dat betrokken is bij de organisatie van de leermobiliteit;
  • een lerende die aan een langdurende leermobiliteit (ErasmusPro) zal deelnemen
  • Een lerende met fewer opportunities die aan een kortdurende of langdurende leermobiliteit (ErasmusPro) zal deelnemen.

 

Per bezoek kunnen maximaal 3 personen deelnemen.

WAAR? Het betreft uitgaande mobiliteit naar een programmaland (behalve België) of een partnerland (enkel mogelijk voor geaccrediteerde organisaties).

Aan een ontvangende organisatie kan slechts één voorbereidend bezoek gebracht worden.

DUUR? Niet bepaald

 

ONTVANGEN VAN EEN EXPERT
WAT? Een organisatie kan experten naar hier uitnodigen om de kwaliteit van opleiden en leren in de ontvangende organisatie te verbeteren.
WIE? De expert moet over expertise beschikken die relevant is voor de noden en doelstellingen van de ontvangende organisatie.
WAAR? Het betreft inkomende mobiliteit uit een programmaland (behalve België).
DUUR? Minimaal 2 – maximaal 60 dagen

 

ONTVANGEN VAN EEN LERAAR/OPLEIDER IN OPLEIDING
WAT? Organisaties kunnen als gastheer optreden voor leerkrachten in opleiding die een stageperiode in het buitenland willen vervullen. De gastorganisatie zal steun ontvangen om de activiteit op te zetten, terwijl de reiskosten en individuele steun voor de deelnemer moeten worden verstrekt door de uitzendende instelling (die daarvoor ook Erasmus+-financiering mag aanvragen).
WIE? Deelnemers die zijn ingeschreven in of pas zijn afgestudeerd (tot 12 maanden na afstuderen) aan een lerarenopleiding (of een vergelijkbaar onderwijsprogramma voor opleiders of vormingswerkers) in een ander programmaland.
WAAR? Het betreft inkomende mobiliteit van een programmaland (behalve België) naar de begunstigde of naar een lid van een consortium.
DUUR? Minimaal 10 – maximaal 365 dagen