Wat is een mobiliteitsproject?

Een mobiliteitsproject in het hoger onderwijs ondersteunt de fysieke en gemengde mobiliteit van hogeronderwijsstudenten in elk studiegebied en in elke cyclus (korte cyclus, bachelor-, master- en doctoraatsniveau). Studenten kunnen in het buitenland studeren bij een partnerinstelling voor hoger onderwijs of een stage volgen in een onderneming, een onderzoeksinstelling, een laboratorium, een organisatie of een andere relevante werkplek in het buitenland. Studenten kunnen tevens een studieperiode in het buitenland combineren met een stage en zo hun leerresultaten en de ontwikkeling van transversale vaardigheden verbeteren. Hoewel langdurige fysieke mobiliteit sterk wordt aangespoord, is deze actie tevens gericht op de behoefte aan een flexibelere periode van fysieke mobiliteit teneinde te waarborgen dat het programma toegankelijk is voor studenten met alle mogelijke achtergronden, in verschillende situaties en in verschillende studiegebieden.

Het project stelt eveneens onderwijzend personeel in het hoger onderwijs en administratief personeel in staat deel te nemen aan activiteiten op het gebied van beroepsontwikkeling en maakt het voor personeel uit het beroepsleven mogelijk studenten of personeel van instellingen voor hoger onderwijs te onderwijzen of op te leiden. Deze activiteiten kunnen zowel onderwijs- als opleidingsperioden beslaan (zoals job shadowing, observatieperioden, opleidingscursussen).

Bovendien wordt in het kader van deze actie steun verleend voor intensieve programma’s voor gecombineerd afstands- en contactonderwijs, waardoor groepen van instellingen voor hoger onderwijs gezamenlijk curricula voor gemengde mobiliteit en activiteiten voor zowel studenten als academisch en administratief personeel kunnen ontwikkelen.

De aanvragende organisatie vraagt subsidie aan voor het mobiliteitsproject, ondertekent en beheert de subsidieovereenkomst en brengt verslag uit.

Wie kan aanvragen?

Een instelling voor hoger onderwijs die gevestigd is in een programmaland en houder is van een ECHE, kan een aanvraag als individuele instelling voor hoger onderwijs indienen.

Een organisatie die in een programmaland gevestigd is en een mobiliteitsconsortium coördineert waaraan een accreditatie voor mobiliteitsconsortia in het hoger onderwijs is toegekend, kan een aanvraag namens het consortium indienen.

Wat zijn de activiteiten?

Er zijn activiteiten mogelijk voor studenten en voor personeel. Het betreft grotendeels activiteiten voor het uitsturen van deelnemers van België naar het buitenland, maar er zijn ook activiteiten waarbij men deelnemers uit het buitenland ontvangt.

Instellingen voor hoger onderwijs mogen een of meer van de volgende activiteiten uitvoeren:

  • studentenmobiliteit voor studiedoeleinden (SMS);
  • studentenmobiliteit voor stagedoeleinden (SMT);
  • personeelsmobiliteit voor onderwijsdoeleinden (STA);
  • personeelsmobiliteit voor opleidingsdoeleinden (STT);
  • intensieve programma’s voor gecombineerd afstands- en contactonderwijs (BIP).

 

De mobiliteitsacties kunnen plaatsvinden tussen programmalanden (KA131-HED) of tussen programmalanden en partnerlanden (KA171-HED, maximaal 20% van het toegekende budget van KA131-HED)

Uitgebreide informatie over de modaliteiten van de mogelijke activiteiten in het hoger onderwijs vind je in de Erasmus+ Programmagids.

Wat is de mogelijke financiering?

De mogelijke financiering van een mobiliteitsproject in het hoger onderwijs is afhankelijk van het type project dat wordt ingediend. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen mobiliteitsprojecten die zich hoofdzakelijk richten op mobiliteit tussen de programmalanden (KA131-HED) en mobiliteitsprojecten die zich uitsluitend richten op de samenwerking tussen programmalanden en partnerlanden (KA171-HED).

Het beschikbare budget wordt grotendeel toegekend via forfaits. Dit betekent dat dit niet gebeurt op basis van de kostprijs van een activiteit, maar wel via een vooraf bepaalde, forfaitaire bijdrage aan een specifieke activiteit.

Enkele budgetlijnen worden toegekend op basis van reële kosten. Voor deze budgetlijnen zal het voorleggen van bewijsstukken ter staving van de kosten essentieel zijn.

Algemene informatie over de mogelijke financiering vind je in de Erasmus+ Programmagids.

Specifieke informatie over de reis- en verblijfsvergoedingen die in Vlaanderen van toepassing zijn, vind je hier.

Hoe gebeurt de aanvraag?

De aanvraag voor een mobiliteitsproject in hoger onderwijs (zowel KA131-HED als KA171-HED) gebeurt via het Erasmus+ and European Solidarity Corps Platform (EESCP). Je vindt de  aanvraagformulieren bij ‘Opportunities’.

Om in het EESCP te kunnen werken, heb je een EU-login nodig. Dit is een persoonlijke code die jou toelaat om in een IT-systeem van de Europese Commissie te werken.

Je doet de aanvraag namens een organisatie. De informatie over je organisatie is gelinkt aan de Organisation ID (OID) van je organisatie. 

De deadline voor het indienen van voorstellen voor een mobiliteitsproject in hoger onderwijs is 20 februari 2024 (oproepronde 2024) om 12:00 u ’s middags.

Zo vraag je een EU-login aan

Meer weten

Zo vraag je een OID aan

Meer weten

Zo vul je een aanvraagformulier in

Meer weten

Hoe gebeurt de beoordeling?

Alle aanvragen worden gescreend op ontvankelijkheid (een administratieve controle).

Er is geen inhoudelijke beoordeling voor de aanvragen KA131-HED.

De in aanmerking komende subsidieaanvragen KA171-HED worden getoetst op relevantie, de kwaliteit van het projectontwerp en de gemaakte werkafspraken en tot slot de impact en de disseminatie. Deze toetsing gebeurt voor elk van de regio’s waarvoor mobiliteiten worden aangevraagd.

Hoe gebeurt de budgettoekenning?

Aan alle in aanmerking komende subsidieaanvragen KA131-HED wordt financiële steun toegekend. Het maximale bedrag dat wordt toegekend hangt af van een aantal elementen:

  • het aantal mobiliteitsactiviteiten waarop de aanvraag betrekking heeft;
  • de prestaties in het verleden van de aanvrager qua aantal mobiliteitsactiviteiten, kwalitatief hoogwaardige uitvoering van de activiteiten en goed financieel beheer indien de aanvrager in voorgaande jaren een soortgelijke subsidie heeft gekregen;
  • het aantal intensieve programma’s voor gecombineerd afstands- en contactonderwijs waarop de aanvraag betrekking heeft;
  • het totale nationale budget dat voor de mobiliteitsactie werd uitgetrokken.

 

Het maximale bedrag dat aan een subsidieaanvraag KA171-HED wordt toegekend hangt af van een aantal elementen:

  • het aantal mobiliteitsperioden en maanden/dagen waarop de aanvraag betrekking heeft;
  • het budget dat voor de mobiliteitsacties is toegewezen in het respectievelijke partnerland of de regio;
  • het geografisch evenwicht binnen een bepaalde regio of subregio.

Meer informatie?

 

Uitgebreide informatie vind je in de Erasmus+ Programmagids.